10 Oktober Open dag Hospice Alkmaar
Regelmatig willen mensen nader kennis maken met hospice Alkmaar. Een kijkje achter de schermen is mogelijk op de open dag op 10 oktober. Wees welkom en neem gerust iemand mee!
Regelmatig willen mensen nader kennis maken met hospice Alkmaar. Een kijkje achter de schermen is mogelijk op de open dag op 10 oktober. Wees welkom en neem gerust iemand mee!
Red de zorg, over de mantelzorger, de huisarts en het gebrek aan ondersteuning uit de WMO
Mantelzorg is volop in de aandacht. Ouderen die zorgafhankelijk zijn, moeten langer thuis blijven. Verzorgingshuisplekken zijn wegbezuinigd. De zorg thuis is goedkoper. Die drijft op de bereidwilligheid van mantelzorgers. Financiering is deels vanuit het rijk, maar ook de gemeenten hebben een taak gekregen, namelijk de uitvoering van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO). Meedoen aan de maatschappij: participatie is het sleutelwoord.
In een keukentafelgesprek wordt gekeken wat de behoeften zijn, welke zorg door mantelzorgers geleverd kan worden. Waar dat niet het geval is, zou professionele zorg ingezet moeten worden.
Mantelzorg bij dementie
Ook patiënten met dementie moeten langer thuis blijven. Mantelzorg bij dementie is zwaar. Treffend verwoord in de slogan ‘Dementie, Hij heeft het en Zij lijdt eraan’. Op de site van www.Alzheimer-Nederland.nl zijn volop tips te vinden over hoe de zorg voor een naaste met dementie vol te houden.
Voor mij, als ouderenarts, is mantelzorg een vast onderdeel van de zorg. Aandacht voor de naasten, partner en/of kinderen hoort er gewoon bij. Is er meer zorg nodig? Kunnen zij dit nog bieden en zo niet wat dan?
Training voor huisartsen
Huisartsen in mijn werkgebied Noord-Kennemerland https://www.zonh.nl/nieuws/educatief-praktijkbezoek-mantelzorg#.Vd7ge5XovL8 krijgen training hoe alert te zijn op signalen van overbelasting van mantelzorgers.
Theorie en praktijk…
In theorie is er dus voldoende aandacht voor de mantelzorgers. Het gapende gat tussen beleid en praktijk wordt echter pijnlijk duidelijk in de volgende casus.
Een echtpaar waar ik op verzoek van de huisarts in consult ben vanwege een euthanasieverzoek bij dementie tobt al enkele jaren met de dementie van mevrouw. De kring om ‘t echtpaar heen wordt kleiner. Meneer heeft hartklachten. Twee zoons springen veel bij en hun bezoek geeft de nodige afleiding, maar mevrouw raakt al passiever en meneer heeft geen tijd voor zichzelf. De casemanager dementie heeft aangegeven dat dagbesteding via de WMO verlichting zou kunnen brengen. Twee maanden na de aanvraag heeft het echtpaar nog niets vernomen. De casemanager is er (ondanks een fors toegenomen caseload na bezuinigingen) ook nog achteraan gegaan.
Tweet
Als ik hen weer bezoek en hoor dat ‘t op geen enkele manier lukt contact te krijgen met de gemeente, besluit ik er een berichtje op twitter https://twitter.com/ygvaningen/status/633186056146452480 aan te wijden.
Organisaties hebben medewerkers die dit soort berichten in de gaten houden. Wat schetst mijn verbazing. Meteen een twitterbericht dat het echtpaar gebeld wordt.
En ja hoor, ze zijn gebeld. Diezelfde middag! Ik ben blij, dat de gemeente het echtpaar eindelijk wat laat horen. Gemengde gevoelens heb ik, dat dat pas na mijn tweet gebeurde.
Toen ik de week erop langskwam, bleek dat het echtpaar nog niet wist of mevrouw wel of niet voor dagbehandeling in aanmerking zou komen en op welke termijn die uitslag zou volgen. Meneer vertelde mij, dat hij er zenuwachtig van werd en opnieuw zou proberen te bellen.
Huisartsen trainen in het herkennen van overbelasting van mantelzorg als de aanvraag voor de benodigde ondersteuning van die mantelzorger 2 maanden blijft liggen (en pas in behandeling genomen wordt na een tweet van een ouderenarts) lijkt mij een zinloze bezigheid. De gemeente geeft er blijk van burgerparticipatie en het oordeel van de casemanager niet serieus te nemen. De werklast van huisartsen zal toenemen door het uitblijven van hulp via de WMO. Red de zorg, red de huisarts en vooral red de mantelzorger!
Yvonne G. van Ingen is specialist ouderengeneeskunde, zij werkt als ouderenarts in de thuissituatie en ondersteunt huisartsen bij de zorg voor ouderen met een toenemende zorgvraag richting het levenseinde.
Dit blog is een reactie op het artikel van mevrouw Wiegman in Trouw https://www.trouw.nl/tr/nl/30020/Uitgelicht/article/detail/4131750/2015/08/30/Samen-dood-is-schijnromantiek.dhtml ) naar aanleiding van het programma Hollandse Zaken d.d. 19 augustus j.l. ( https://hollandsezaken.omroepmax.nl/uitzending/hollandse-zaken-woensdag-19-augustus-2015/ ). Als ouderenarts, werkzaam in een hospice, was ik uitgenodigd deel te nemen aan de discussie in het programma.
Het programma ging over ‘duo-euthanasie’. Twee echtparen, die de keuze gemaakt hadden om samen, op hetzelfde moment het leven te (laten) beëindigen. In de studio waren de kinderen van beide echtparen aanwezig. Zij vertelden openhartig over het proces van hun ouders en hoe zij dat als kinderen beleefd hadden.
De tegensputterende arts die u beschrijft is ondergetekende.
Allereerst wil ik een opmerking maken over de terminologie hulp bij zelfdoding en voltooid leven.
U geeft aan dat na het kijken van de uitzending bij u de indruk overheerst, dat ‘samen dood’ te verkiezen is boven alleen verder gaan. Ik vraag mij af of bij anderen die indruk ook zo sterk leeft. Ik kan u verzekeren, dat ik in mijn carrière van ruim 20 jaar in de ouderenzorg de ‘duo-euthanasie vraag’ nog nooit gehad heb. Vanuit mijn werkzaamheden als SCEN-arts (https://knmg.artsennet.nl/Diensten/SCEN/Wat-doet-SCEN.htm ) weet ik, dat dit één keer heeft gespeeld in Noord-Holland noord.
Twee opmerkingen wil ik maken naar aanleiding van uw aanmerking dat in de uitzending zo weinig kritische kanttekeningen gemaakt zijn.
De medische grondslag is van cruciaal belang, anders voldoet de euthanasie niet aan de eisen van de wet. Voor zover ik uit de verhalen van de nabestaanden heb kunnen opmaken, was er bij het echtpaar uit Amsterdam (met zoon en dochter) bij beide echtelieden afzonderlijk een medische grondslag. In tegenstelling tot het andere echtpaar waarbij bij de vrouw geen medische grondslag aanwezig was. Zij ging ‘samen dood’ met haar man die leed aan dementie. Hij had volgens de wet wel in aanmerking kunnen komen voor euthanasie. Maar omdat ze dan niet tegelijk konden overlijden, kozen zij ervoor om zelf samen een einde aan hun leven te maken.
U pleit tegen een wettelijke regeling van euthanasie bij ‘voltooid leven’ bij echtparen. Je kunt voor of tegen euthanasie zijn, de euthanasiewet maakt dat het leven in bepaalde situaties beëindigd kan worden. Bij een ‘duo-euthanasie verzoek’, blijft dat de euthanasievraag van ieder van de twee partners apart aan de criteria van de wet moet voldoen. Zoals de dochter van het Amsterdamse echtpaar na afloop van de uitzending tegen me zei: het is geen ‘duo-euthanasie’, maar twee maal één euthanasie.
Zonder medische grondslag kunnen artsen geen euthanasie toepassen. Het lijden kan dan wel degelijk invoelbaar zijn, echter de legitimatie voor euthanasie binnen de wettelijke kaders ontbreekt dan. Bert Keizer illustreerde deze problematiek recent in zijn bijdrage in Trouw.
U stipt een goed punt aan over ‘je voorbereiden op’. Het bestek van het programma liet niet toe daar dieper op in te gaan. Ik meld u graag dat ik als arts aan ouderen cursussen geef hoe je voor te bereiden op de uitdagingen die het ouder worden onherroepelijk met zich meebrengt. Het tijdig bespreekbaar maken van het levenseinde vormt hierin een belangrijk onderdeel.
Ik ben het helemaal met u eens, dat de overheid bescherming moet bieden. Ik had graag mijn zorg ingebracht over de transitie en de zoektocht in zorgland die veel ouderen (en hun mantelzorgers) heden ten dage ervaren. Ik hoop dat patiëntenorganisaties zoals de Nederlandse Patiënten Vereniging vinger aan de pols houden en de politiek indien nodig ter verantwoording roepen. Doordat verantwoordelijkheid verdeeld is over commerciële verzekeraars, gemeenten (WMO), en Rijk (WLZ), wordt het ingewikkelder en onduidelijker wie waarvoor (eind-)verantwoordelijk is. Bovendien is erbij deze transitie een bezuinigingsdoelstelling.
Het is hoog tijd dat een ouderenarts gespecialiseerd in de palliatieve zorg (kaderopleiding palliatieve zorg) ouderen bij kan staan in de thuissituatie. Dit moet via een zelfstandige betaaltitel via de ziektekostenverzekering, zodat de huisarts een consult kan vragen. Niet meer via een verpleeghuis, de patiënten blijven immers (langer) thuis. Ouderenartsen zijn bij uitstek de experts die ouderen kunnen adviseren wat te doen om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te behouden. Bij hen kunnen ouderen ook terecht voor gesprekken over anticiperen op ‘wat als het leven niet meer leefbaar dreigt te worden’, en advies over de mogelijkheden om waardig te sterven. De lijdensweg die de zoon (van het echtpaar dat zelf hun leven beëindigd had) beschrijft, had voorkomen kunnen worden. Verzekeraars hoeven niet langer te aarzelen, goede palliatie levert tevreden klanten op én forse besparingen. Steun vanuit de patiëntenverenigingen hierbij is zeer welkom. Ik verzeker u dat euthanasie minder vaak nodig zal zijn dan nu het geval is…
'
Yvonne G. van Ingen,
E info@yvonnegvaningen.nl
M 06-43492110
BIG 09041536101
SCEN-arts nummer 17128
KvK 371471160000
Eiber 4, 1722 HC Zuid-Scharwoude